Resumen
En el sur de los Países Bajos, la popularidad del estilo caravaggesco alcanzó su punto álgido entre 1620 y 1630. Estudios anteriores afirmaban que, después de 1630, Theodoor Rombouts (1597-1637) se distanció considerablemente de sus anteriores influencias caravaggescas y adoptó el estilo de Rubens para ganarse el favor de la élite de Amberes. Sin embargo, tras estudiar tres de los cuadros de Rombouts de 1634: Alegres bebedores con Baco, de la antigua colección Luigi Koelliker, Los jugadores de backgammon del North Carolina Museum of Art en Raleigh y Las bodas místicas de Santa Catalina de la iglesia de Santiago de Amberes, se puede argumentar que esta suposición no es del todo correcta y el uso de un estilo concreto, o la fusión de ambos, por parte de Rombouts estaba sujeto al género y a la clientela a la que se dirigía. El pintor se guiaba por los beneficios económicos y publicitarios de sus composiciones. Dado que pintó simultáneamente en ambos estilos, más caravaggista o más rubeniano, el enfoque de Rombouts puede calificarse de ecléctico. En sus composiciones realiza un ensamblaje consciente de las principales tendencias artísticas del caravaggismo y de las propuestas de más éxito de la "escuela de Rubens". Por lo que no se puede hablar de forma clara de un desarrollo estilístico lineal en su producción, lo que lleva a replantearse la cronología dada a muchas de sus obras.
Samenvatting: Doorgaans wordt gesteld dat Theodoor Rombouts (1597-1637) zou zijn overgegaan op de stijl van Peter Paul Rubens nadat het hoogtepunt van het caravaggisme in de Zuidelijke Nederlanden omstreeks 1630 was gepasseerd. Na bestudering van een drietal uiteenlopende schilderijen uit 1634, Drinkscene met Bacchus uit de voormalige Luigi Koelliker collectie, De triktrakspelers uit het North Carolina Museum of Art in Raleigh en Het mystieke huwelijk van de Heilige Catharina in de Sint-Jacobskerk in Antwerpen, blijkt Rombouts stijlverandering niet zo gelijkmatig als gewoonlijk beschreven, maar vooral onderhevig aan genre en bestemming. Hierbij ging Rombouts eclectisch te werk om zijn positie op de Antwerpse kunstmarkt te versterken. Hierdoor kan men niet spreken van een lineaire stilistische ontwikkeling van caravaggist naar de meer “Rubeniaansche manier”. Vanuit deze gedachtegang dient de chronologie van zijn gehele ongedateerde oeuvre opnieuw te worden onderzocht.
Citas
Bikker, Papi en Spinoza 2005 : J. Bikker, G. Papi, en N. Spinosa, French Dutch and Flemish Caravaggesque paintings: Collezione Koelliker, (Milaan: Robilant + Voena, 2005).
Braet 2007 : C. Braet, “Is er nog leven naast Rubens? Vlaamse kunstenaars in het spoor van Caravaggio”, Vlaanderen, 56, (2007), pp. 210-214.
Brussel 2018 : Theodoor van Loon (ca. 1582-1649): Een caravaggist tussen Rome en Brussel, S. Van Sprang red. (Brussel: Bozar, Luxemburg: Musée National d'histoire et d'art, 2018).
Budapest 2019 : Rubens, Van Dyck and the Splendour of Flemish Painting, J. Tátrai en Á. Varga reds., (Budapest: Museum of Fine Arts, 2019).
Cavazzini 2008: P. Cavazzini, Painting as business in early seventeenth-century Rome, (Pennsylvania: The Pennsylvania State University Press, 2008).
Gent 2023 : Theodoor Rombouts. Virtuoso of Flemish Caravaggism, F. Van Dam red., (Gent: Museum voor Schone Kunsten, 2023).
Jorissen 1989: I. Jorissen, Theodoor Rombouts: Catalogue Raisonné, doctoraatsthesis in de kunstgeschiedenis, (Utrecht: Universiteit, 1989).
Manuth en Helmus 2014 : V. Manuth en L. M. Helmus red., Utrecht and the international caravaggesque movement, (Parijs: Paris Tableau, 2014).
Nicolson 1979 : B. Nicolson, The international Caravaggesque movement. Lists of Pictures by Caravaggio and his Followers throughout Europe from 1590 to 1650, (Oxford: Phaidon, 1979).
Pérez Preciado 2005 : J. J. Pérez Preciado, “Aarschot and Solre. The Collections, Patronage and Influence in Spain of two Flemish Nobleman”, in: Sponsors of the Past. Flemish Art and Patronage 1550-1700, H. Vlieghe en K. Van der Stighelen, reds., (Turnhout: Brepolis, 2005), pp. 17-36.
Raleigh, Mikwaukee en Dayton 1998 : Sinners and Saints, Darkness and Light. Caravaggio and his Dutch and Flemish Followers, D. P. Weller red., (Raleigh: North Carolina Museum of Art, Milwaukee: Milwaukee Art Museum, Dayton: The Dayton Art Institute, 1998).
Roggen 1935 : D. Roggen, “De chronologie der werken van Theodoor Rombouts”, Gentse bijdragen tot de Kunstgeschiedenis, 2, (1935), pp. 175-190.
Roggen, Pauwels en De Schrijver 1949-1950 : D. Roggen, H. Pauwels en A. De Schrijver, “Th. Rombouts (1597-1637)”, Gentse bijdragen tot de kunstgeschiedenis, 12, (1949-1950), pp. 225-227.
Rombouts en Van Lerius 1872 : Ph. Rombouts en Th. Van Lerius, De Liggeren en andere historische archieven der Antwerpse Sint Lucasgilde van 1453-1615, 1, (Antwerpen, 1872).
Sandrart 1675 : J. von Sandrart, Teutsche Academie der Bau-, Bild- und Mahlerey-Künste, 2, (Neurenberg, 1675) (Geannoteerde online editie 2008:2012; http://ta.sandrart.net/en/; T. Kirchner, A. Nova, C. Blüm e.a. red.).
Schaudies 2007 : I. Schaudies, “Trimming Rubens' Shadow: New Light on the Mediation of Caravaggio in the Southern Netherlands”, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, nr. Rubens en de Nederlanden, 55 (2004), pp. 334-367.
Schneider 1967 : A. von Schneider, Caravaggio und die Niederländer, (Amsterdam: Israel, 1967), 2e druk.
Spicer 1985-1986 : J. Spicer, “Unrecognized Studies for Van Dyck's "Iconography" in the Hermitage”, Master Drawings, nr. 4, 23/24, (1985-1986), pp. 537-544, pp. 590-594.
Utrecht en München 2018 : Utrecht, Caravaggio and Europe, B. Ebert en L. M. Helmus reds., (Utrecht: Centraal Museum, München: Bayerische Staatsgemäldesammlungen Alte Pinakothek, 2018).
Valenciennes 2011 : Gérard Seghers, 1591-1651: un peintre flamand entre maniérisme et caravagisme, A. Delvingt red., (Valenciennes: Musée des Beaux-Arts, 2011).
Van der Sman 2019 : G. J. Van der Sman, “The World of the Antwerp Caravaggisti: Artists’ Careers in an International Perspective”, in: Rubens, Van Dyck and the Splendour of Flemish Painting, J. Tátrai en Á. Varga reds., (Budapest: Museum of Fine Arts, 2019), pp. 38-55.
Van Laarhoven 1992 : J. van Laarhoven, De beeldtaal van de Christelijke kunst: geschiedenis van de iconografie, (Nijmegen: SUN, 1992).
Vlieghe 1989 : H. Vlieghe, “Theodoor Rombouts en zijn gezin geportretteerd”, Leids Kunsthistorisch Jaarboek, 8, (1989), pp. 145-157.
Vlieghe 1996 : H. Vlieghe, “Rombouts, Theodoor”, in: The Dictionary of Art, J. Turner red., 26, (New York: Grove, Londen: Macmillan, 1996), pp. 747-748.
Vlieghe 1996 : H. Vlieghe, “Rubens, Peter Paul,” in: Dictionary of art, J. Turner red., 27, (New York: Grove, Londen: Macmillan, 1996), pp. 295-296.
Vlieghe 1998 : H. Vlieghe, Flemish Art and Architecture 1585-1700, (New Haven: Yale University Press, 1998).
Esta obra está bajo una licencia internacional Creative Commons Atribución-NoComercial 4.0.
Derechos de autor 2023 Epiarte, S.L.